Presentatie resultaten MIRT onderzoek Havikerwaard, Fraterwaard en Olburgerwaard

In het kader van het MIRT (MIRT = Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport; betreft een systematiek voor planvorming, besluitvorming en financiering van maatregelen) is voor de uiterwaarden Havikerwaard, Fraterwaard en Olburgerwaard in het afgelopen half jaar een 'MIRT-onderzoek' uitgevoerd door een onderzoeksbureau. Deze eerste stap heeft tot doel om in het betreffende gebied alle opgaven, initiatieven en ambities van alle betrokken partijen in beeld te brengen, evenals de belangen en belanghebbenden. 

Als het MIRT-onderzoek is afgerond wordt besloten of er voldoende redenen zijn om al dan niet verder te gaan met het MIRT-proces in de Havikerwaard, Fraterwaard en Olburgerwaard. Is dit het geval, dan zal hierna een 'MIRT-Verkenning' plaatsvinden wat moet leiden tot een voorkeursbeslissing (onderzocht wordt welke opgaven uit het 'MIRT-onderzoek' kansrijk zijn) gevolgd door een MIRT-planstudie wat moet leiden tot een besluit en vervolgens is de volgende stap de uitvoering van de plannen. 

Om misverstanden te voorkomen: in deze fase worden er géén besluiten genomen over de te nemen maatregelen; het is dus puur een inventarisatie om een zo compleet mogelijk overzicht te krijgen van reeds lopende of voorgenomen projecten. In deze fase is dus nog geen sprake van nieuwe planvorming. Een bezwaar indienen is in deze fase dan ook niet mogelijk.

Op 11 maart heeft de provincie Gelderland samen met het onderzoeksbureau een digitale bijeenkomst georganiseerd voor alle geïnteresseerden. Specifiek voor de uiterwaarden van Olburgen (Olburgerwaard) zijn in de MIRT-onderzoeksfase al een aantal bestaande opgaven en ambities benoemd. De belangrijkste punten zijn: 

• In het kader van de hoogwaterveiligheid zal op termijn (< 2030) de dijk rondom Olburgen (dijktraject 49-2) zeer waarschijnlijk moeten worden verstevigd en opgehoogd door het Waterschap Rijn en IJssel. Dit is ook de reden dat bij Droomparken alvast een aanberming van de dijk plaatsvindt, vóórdat de nieuwe dijkwoningen geplaatst kunnen worden.  Op de langere termijn (2030 tot 2050) zijn mogelijk verruimingsmaatregelen van de IJssel in beeld. 
  
  
• Rijkswaterstaat is aan het kijken naar de mogelijkheden voor het aanleggen van een nevengeul in de uiterwaarden, globaal tussen de twee voormalige zandwinputten te Olburgen. 
• Tevens zal de komende jaren de voormalige zandwinput verder verondiept worden, zoals dit al reeds gebeurt met aangevoerd slib per schip.
   
  

Aandachtspunten vanuit SBOR: 

• De mogelijk aan te leggen nevengeul tussen de twee voormalige zandwinputten bij Olburgen, in combinatie met verondiepen van de voormalige zandwinput met slib, leidt er bij omwonenden toe dat er zorgen zijn of dit wenselijk is gezien de (mogelijke) verontreiniging van het slib.
  
• Ook zijn er vraagtekens te zetten bij het feit dat er wel veel aandacht is voor hoogwaterveiligheid, terwijl er minder aandacht lijkt te zijn voor extreme laagwaterstanden. Dit heeft gevolgen voor zowel scheepvaart als voor de landbouw en de oversteekbaarheid van de IJssel met de veerpont (extreem lage waterstanden leidt tot snellere daling van de grondwaterstanden en dus ook eerder kans op verdroging van de gewassen en bomen langs de IJssel). 
  
  

SBOR volgt het MIRT proces nauwgezet en zal u via deze website op de hoogte houden van de ontwikkelingen. Meer informatie over het dit MIRT onderzoek vindt u op: https://www.gelderland.nl/MIRT-HFO.

---